Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw [27]rechterhand af? [Trek haar] uit het midden van Uw [28]boezem; [29]maak een einde. 27. Met welke Gij ons zo krachtiglijk pleegt te beschutten en te verlossen; menselijk van God gesproken. 28. Dat is, stelt ze te werk; het tegendeel wordt gezegd van dien, wien het verdriet te werken; Spreuk.26:15. 29. Te weten van deze verwoestingen des vijands en onze ellenden. Anders, steek haar ten volle uit het midden uws boezems.